mindering

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • min·de·ring
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van minderen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord mindering minderingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

mindering v

  1. afname, korting, kleiner worden in hoeveelheid
    • De reeds betaalde bedragen worden in mindering gebracht van het nog te betalen bedrag. 
    • PSV kreeg een mindering van competitiepunten in verband met de slechte financiële situatie. 

Gangbaarheid

  • Het woord mindering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.