metafysica
Nederlands
Woordafbreking
- me·ta·fy·si·ca
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘leer van het bovenzinnelijke’ voor het eerst aangetroffen in 1663 [1]
- afgeleid van fysica met het voorvoegsel meta- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | metafysica | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
metafysica v
- de wijsgerige leer die niet de werkelijkheid onderzoekt zoals ze ons gegeven wordt uit zintuiglijke ervaring, maar op zoek gaat naar het wezen van die werkelijkheid en wat haar constitueert
Afgeleide begrippen
- metafysicus
Vertalingen
1. de wijsgerige leer die niet de werkelijkheid onderzoekt zoals ze ons gegeven wordt uit zintuiglijke ervaring, maar op zoek gaat naar het wezen van die werkelijkheid en wat haar constitueert
|
Gangbaarheid
- Het woord metafysica staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'metafysica' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.