meningitis

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·nin·gi·tis
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘hersenvliesontsteking’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord meningitis -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

meningitis v

  1. (medisch) een ontsteking van de om de hersenen en het ruggenmerg gelegen hersenvliezen
    • Door de nabijheid van de hersenen vooral bacteriële meningitis een zeer gevreesde aandoening die tot de dood of tot ernstige invaliditeit kan leiden,. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord meningitis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Zelfstandig naamwoord

meningitis

  1. (medisch) meningitis.


Interlingua

Zelfstandig naamwoord

meningitis

  1. (medisch) meningitis.


Spaans

Zelfstandig naamwoord

meningitis

  1. (medisch) meningitis.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.