memo
Nederlands
Woordafbreking
- me·mo
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘korte mededeling’ voor het eerst aangetroffen in 1976 [1]
- Afgeleid van memoreren
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | memo | memo's |
verkleinwoord | memootje | memootjes |
Zelfstandig naamwoord
memo m en o
- een briefje voor een korte aantekening
- korte aantekening (vaak op een briefje)
Gangbaarheid
- Het woord memo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'memo' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.