melancholisch
Nederlands
Woordafbreking
- me·lan·cho·lisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van melancholie met het achtervoegsel -isch [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | melancholisch | melancholischer | |
verbogen | melancholische | melancholischere | |
partitief | melancholisch | melancholischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
melancholisch
- een sombere kijk op de zaken hebbend
- Met dit trieste weer worden mensen steeds melancholischer.
Gangbaarheid
- Het woord melancholisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'melancholisch' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.