meerde af
Nederlands
Woordafbreking
- meer·de af
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afmeren |
meerde af
- enkelvoud verleden tijd van afmeren
- Ik meerde af.
- Jij meerde af.
- Hij, zij, het meerde af.
- Ik meerde af.
Gangbaarheid
- Het woord meerde af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.