mediatheek
Nederlands
Woordafbreking
- me·dia·theek
Zelfstandig naamwoord
mediatheek v
- een documentatiecentrum waar kranten, tijdschriften, voorlichtingsbladen, enzovoort, en eventueel ook video- en geluidsbanden worden bewaard en kunnen worden geraadpleegd
- In het gebouw aan de Noetselerbergweg staan de bekende schoonmaakwagentjes in meerdere gangen opgesteld. Schoonmaakster Noëlle is in de mediatheek bezig. „Op deze dagen kom je op plekken waar al geruime tijd niemand meer geweest is. Dat merk je wel een beetje”, vertelt ze tussen de bedrijven door.[2]
- ruimte met computers op een school
- Ze vervolgt: "Deze kandidaten zaten in de mediatheek en moesten de zakelijke brieven op de pc schrijven. Echter, bij het opslaan van het bestand bleek het mogelijk het werk van anderen in te zien. Dat werd door de surveillant geconstateerd. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Vrijdag is de computeromgeving aangepast en is er geen mogelijkheid meer tot inkijken."[3]
Gangbaarheid
- Het woord mediatheek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'mediatheek' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- mediatheek op website: Etymologiebank.nl
- Tubantia Jeroen de Kleine 26-JULI-2017
- de Telegraaf ARIANNE MANTEL 12 nov. 2015
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.