mediaal
Nederlands
Woordafbreking
- me·di·aal
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘naar het midden gelegen’ voor het eerst aangetroffen in 1863 [1]
- afgeleid van het Latijnse medius (midden) met het achtervoegsel -aal [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | mediaal | medialer | mediaalst |
verbogen | mediale | medialere | mediaalste |
partitief | mediaals | medialers | - |
Hyponiemen
- crossmediaal, supermediaal
Gangbaarheid
- Het woord mediaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'mediaal' herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.