marechaussee
Nederlands
Woordafbreking
- ma·re·chaus·see
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘militair politiekorps’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1815 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | marechaussee | marechaussees |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
marechaussee m
- (beroep) Lid van het korps Marechaussee.
- De marechaussee zorgt voor de politiedienst van de strijdkrachten en voor de controle van het grensoverschrijdend personenverkeer.
Gangbaarheid
- Het woord marechaussee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'marechaussee' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.