makelarij

Niet te verwarren met: makelij

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  makelarij    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌmakəlaˈrɛi/
Woordafbreking
  • ma·ke·la·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord makelarij makelarijen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

makelarij v

  1. (bedrijfstak) bemiddeling bij de koop en verkoop van waardevolle goederen, in het spraakgebruik vooral: onroerende zaken
    • Misschien toevallig, hoewel wij het anders geloven, hebben beiden een bijzondere aandacht gewijd aan typische stadsbewoners uit die vage middenstandsklasse die het van makelarij en diensten moet hebben. [3]
  1. (bedrijf) kantoor dat bemiddelt bij de koop en verkoop van waardevolle goederen, in het spraakgebruik vooral: onroerende zaken
    • In 1870 veroorzaakten de zusters een sensatie toen ze een bankierszaak en makelarij begonnen en al snel bekend werden als de ‘Betoverende Bankiers van Wall Street’. [4]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord makelarij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
67 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.