magnifiek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mag·ni·fiek
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘prachtig’ voor het eerst aangetroffen in 1596 [1]
  • afgeleid van het Franse magnifique [2] [3]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen magnifiekmagnifiekermagnifiekst
verbogen magnifiekemagnifiekeremagnifiekste
partitief magnifieksmagnifiekers-

Bijvoeglijk naamwoord

magnifiek

  1. geweldig, groots, enorm
  2. schitterend, beeldschoon, prachtig
    • Het magnifieke vuurwerk was een goed begin van het nieuwe jaar. 
Afgeleide begrippen
  • magnificus
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord magnifiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.