maffialid
Nederlands
Woordafbreking
- maf·fia·lid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van maffia zn en lid zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maffialid | maffialeden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
maffialid o
- iemand die deel uitmaakt van de maffia
- De Braziliaanse politie heeft op het vliegveld van São Paulo het Italiaanse maffialid Vincenzo Macri opgepakt. Macri woonde jarenlang in Aalsmeer.[1]
- De aanhouding is een nieuw succes voor het team FastNL, dat vorige maand nog een voortvluchtig maffialid uit Sicilië in Den Haag wist op te sporen.[2]
Gangbaarheid
- Het woord maffialid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'maffialid' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Het Parool 10 JUNI 2017 Maffialid uit Aalsmeer in Brazilië opgepakt
- de Telegraaf Weduwe van drugsbaron Zwolsman opgepakt Maffialid uit Aalsmeer in Brazilië opgepakt
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.