maffialid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maf·fia·lid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord maffialid maffialeden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

maffialid o

  1. iemand die deel uitmaakt van de maffia
    • De Braziliaanse politie heeft op het vliegveld van São Paulo het Italiaanse maffialid Vincenzo Macri opgepakt. Macri woonde jarenlang in Aalsmeer.[1] 
    • De aanhouding is een nieuw succes voor het team FastNL, dat vorige maand nog een voortvluchtig maffialid uit Sicilië in Den Haag wist op te sporen.[2] 

Gangbaarheid

  • Het woord maffialid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Het Parool 10 JUNI 2017 Maffialid uit Aalsmeer in Brazilië opgepakt
  2. de Telegraaf Weduwe van drugsbaron Zwolsman opgepakt Maffialid uit Aalsmeer in Brazilië opgepakt
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.