lupine
Nederlands
Woordafbreking
- lu·pi·ne
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘plantengeslacht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1514 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lupine | lupinen lupines |
verkleinwoord | lupinetje | lupinetjes |
Zelfstandig naamwoord
lupine v/m
- (plantkunde) Lupinus is een geslacht uit de vlinderbloemenfamilie Fabaceae met telt zo'n 200 soorten en vele hybriden en cultivars
- We hebben zowel blauwe als gele lupinen in de tuin.
Gangbaarheid
- Het woord lupine staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lupine' herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.