luguber

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lu·gu·ber
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘somber’ voor het eerst aangetroffen in 1697 [1]
  • ontleend aan Latijn lūgubris [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen luguberluguberderluguberst
verbogen lugubereluguberdereluguberste
partitief lugubersluguberders-

Bijvoeglijk naamwoord

luguber [3]

  1. op een onaangename wijze angstaanjagend
    • Een politieagent hoort vaak lugubere verhalen van mensen die aangifte doen van moord en doodslag. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord luguber staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.