lounge
Nederlands
Woordafbreking
- lounge
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘hal van hotel’ voor het eerst aangetroffen in 1926 [1]
- Ontleend aan Engels lounge [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lounge | lounges |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
lounge m
- comfortabele zitruimte of wachtruimte
- Aeroflot heeft de prijs inderdaad gekregen maar SkyTrax geeft ontzettend veel prijzen. De vier hoofdcategorieën - van goedkoopste tot schoonste en van businessclass-service tot de beste viplounge op luchthavens - kennen bij elkaar nog eens ruim zestig subcategorieën, voornamelijk onderverdeeld naar regio van herkomst. En zo zijn de medailles voor beste Eerste Klas onderverdeeld in vier aspecten van dienstverlening: de kwaliteit van de catering, die van de lounge, van het eten in die lounge en het stoelcomfort.[3]
- makkelijke muziek die geschikt is om in een wachtruimte gespeeld te worden
Werkwoord
vervoeging van |
---|
loungen |
lounge
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loungen
- Ik lounge.
- gebiedende wijs van loungen
- Lounge!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loungen
- Lounge je?
Gangbaarheid
- Het woord lounge staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lounge' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.