lint
Nederlands
Woordafbreking
- lint
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘band’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lint | linten |
verkleinwoord | lintje | lintjes |
Zelfstandig naamwoord
lint o
- (kleding) lange, smalle strook stof
- De medaille hing aan een helder gekleurd lint.
Uitdrukkingen en gezegden
- door het lint gaan
alle remmingen laten varen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. lange, smalle strook stof
Gangbaarheid
- Het woord lint staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lint' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.