liep samen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  liep samen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlip ˈsamə(n)/
Woordafbreking
  • liep sa·men
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
samenlopen

liep (…) samen

  1. enkelvoud verleden tijd van samenlopen
    • Ik liep samen. 
    • Jij liep samen. 
    • Hij, zij, het liep samen. 

Gangbaarheid

  • Het woord liep samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.