libertijn
Nederlands
Woordafbreking
- li·ber·tijn
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vrijdenker’ voor het eerst aangetroffen in 1567 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | libertijn | libertijnen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
libertijn m [3]
- (filosofie) iemand met een levensfilosofie die absolute individuele vrijheid voorstaat
- Een libertijn kent geen enkele beperking in zijn vrijheid en mag dus het eigendom van anderen schenden om eigen behoeften te bevredigen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord libertijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'libertijn' herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.