lexicaal
Nederlands
Woordafbreking
- lexi·caal
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘m.b.t. de woordenschat’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1887 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | lexicaal | lexicaler | lexicaalst |
verbogen | lexicale | lexicalere | lexicaalste |
partitief | lexicaals | lexicalers | - |
Gangbaarheid
- Het woord lexicaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lexicaal' herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.