leidekken

Nederlands

Uitspraak

Geluid: leidekken (hulp, bestand)
IPA: / ˈlɛidɛkə(n) /

Woordafbreking

lei·dek·ken

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van lei zn en dekken ww

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
leidekken	-	geleidekt leigedekt
onvolledig

Werkwoord

leidekken

overgankelijk voorzien van een leistenen dak

- Zij waren aan het leidekken.

- Een wonder dat hij nog een vak leerde, leidekken, och, och, ook al 'n vak, waarvan als je 't goed beziet, niks overblijft. [1]

Opmerkingen

De onbepaalde wijs wordt voornamelijk naamwoordelijk gebruikt. Bijvoeglijk komt voornamelijk leigedekt voor, in samengestelde tijd komt een enkele keer geleidekt voor.

Gangbaarheid

Het woord 'leidekken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dalen, M. van Van de zelfkant der samenleving. in: De Gids. jrg. 67 nr. 3 (1903) P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam; p. 220; geraadpleegd 2016-01-13

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.