legde vast
Nederlands
Woordafbreking
- leg·de vast
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vastleggen |
legde vast
- enkelvoud verleden tijd van vastleggen
- Ik legde vast.
- Jij legde vast.
- Hij, zij, het legde vast.
- Ik legde vast.
Gangbaarheid
- Het woord legde vast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.