leemte

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leem·te
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘tekort’ voor het eerst aangetroffen in 1555 [1]
  • afgeleid van lam met het achtervoegsel -te [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord leemte leemten
leemtes
verkleinwoord leemtetje leemtetjes

Zelfstandig naamwoord

leemte v/m

  1. een plaats waar iets ontbreekt
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord leemte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.