lebberen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leb·be·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘slobberen’ voor het eerst aangetroffen in 1897 [1]
  • [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
lebberen
lebberde
gelebberd
zwak -d volledig

Werkwoord

lebberen [3]

  1. (drinken) onovergankelijk (min of meer hoorbaar) met kleine teugjes drinken
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • gelebber, lebberig

Gangbaarheid

  • Het woord lebberen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.