lebberen
Nederlands
Woordafbreking
- leb·be·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
lebberen |
lebberde |
gelebberd |
zwak -d | volledig |
Hyponiemen
- aflebberen, oplebberen
Afgeleide begrippen
- gelebber, lebberig
Gangbaarheid
- Het woord lebberen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lebberen' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.