lamenteren
Nederlands
Woordafbreking
- la·men·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘jammeren’ voor het eerst aangetroffen in 1384 [1]
- afgeleid van het Franse lamenter (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
lamenteren |
lamenteerde |
gelamenteerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
lamenteren
- inergatief een jammerklacht aanheffen
- Er werd gejammerd en gelamenteerd, maar de plannen werden toch doorgezet.
Gangbaarheid
- Het woord lamenteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lamenteren' herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.