lagen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lagen    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈla.χə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈla.ɣə(n)/
Woordafbreking
  • la·gen

Werkwoord

vervoeging van
liggen

lagen

  1. meervoud verleden tijd van liggen
    • Wij lagen. 
    • Jullie lagen. 
    • Zij lagen. 

Zelfstandig naamwoord

lagen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord laag

Gangbaarheid

  • Het woord lagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Deens

Woordafbreking
  • la·gen

Zelfstandig naamwoord

lagen, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van lage
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.