laar

Nederlands

Niet te verwarren met: -laar
Uitspraak
Woordafbreking
  • laar
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘open plaats in het bos’ voor het eerst aangetroffen in 751 [1] [2] [3] [4]
enkelvoud meervoud
naamwoord laar laren
verkleinwoord laartje laartjes

Zelfstandig naamwoord

laar o

  1. een open plek in een bos
    • Het laar was van bovenaf mooi te bezichtigen. 
Schrijfwijzen
  • lare
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord laar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
54 %van de Nederlanders;
63 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.