kunsthandelaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kunst·han·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kunsthandelaar kunsthandelaren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

kunsthandelaar m [1]

  1. iemand die voor zijn beroep kunst koopt en verkoopt
    • Rudi Ekkart, die lang onderzoek deed naar eigenaren van in de Tweede Wereldoorlog geroofde kunst, stelt een tentoonstelling samen over deze zogenoemde roofkunst. Die is te zien vanaf 12 mei in de Deventer Bergkerk en omvat onder meer werken die deel uitmaakten van de verzamelingen van nazileider Adolf Hitler en rijksmaarschalk Hermann Göring. Ook is er kunst uit de vroegere collectie van de Nederlandse oorlogsmisdadiger Pieter Menten. De expositie Roofkunst vertelt over Joodse kunsthandelaren en particulieren van wie kunstwerken in de oorlog in Duitse handen terecht waren gekomen. [2] 


Vertalingen


Gangbaarheid

  • Het woord kunsthandelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Paul Steenhuis 22 maart 2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.