kullen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kul·len
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kullen
kulde
gekuld
zwak -d volledig

Werkwoord

kullen

  1. overgankelijk plagen, tergen tot last zijn, voor de gek houden
    • Hij riep uit in ongeduld
      nu ben ik er mee gekuld
      hij en wist niet wat verzinnen
      om de vlooien t'overwinnen.[1]
       

Zelfstandig naamwoord

kullen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kul

Verwijzingen

  1. r. 65-68 Wel zal dit nog langer duren. Liedekens boek, Joanna Catharina Piré 1780-1854.
    Women's Writing from the Low Countries 1200-1875. ISBN 978-90-8964129-8

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord kullen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.