kondig af

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kon·dig af
Woordherkomst en -opbouw
  • uit kondig (werkwoord) en af, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

vervoeging van
afkondigen

kondig af

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkondigen
    • Ik kondig af. 
  2. gebiedende wijs van afkondigen
    • Kondig af! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkondigen
    • Kondig je af? 

Gangbaarheid

  • Het woord kondig af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.