komfoor
Nederlands
Woordafbreking
- kom·foor
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘toestel om iets warm te houden’ voor het eerst aangetroffen in 1491 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | komfoor | komforen |
verkleinwoord | komfoortje | komfoortjes |
Zelfstandig naamwoord
komfoor o
- een toestel om iets in warm te maken of te houden
- Pak het komfoor even als je wilt.
- een kooktoestel
- We moeten nog even een nieuw komfoor kopen.
Hyponiemen
- gaskomfoor, kolenkomfoor, schotelkomfoor, spirituskomfoor, tabakskomfoor, tafelkomfoor, theekomfoor
Gangbaarheid
- Het woord komfoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'komfoor' herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.