koliek
Nederlands
Woordafbreking
- ko·liek
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘darmkramp’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1555 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koliek | kolieken |
verkleinwoord | koliekje | koliekjes |
Zelfstandig naamwoord
koliek v en o
- (medisch) een hevige pijn door krampen in een hol orgaan, zoals de darmen
- Bij de mens is 'koliek vooral bij zuigelingen bekend, maar het verschijnsel komt ook bij paarden voor.
Gangbaarheid
- Het woord koliek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'koliek' herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.