koks

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • koks

Zelfstandig naamwoord

koks mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kok


Deens
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈkʌgs /
Woordafbreking
  • koks
Naar frequentie 24026

Werkwoord

koks

  1. gebiedende wijs van kokse

Zelfstandig naamwoord

koks,

  1. onbepaalde vorm genitief enkelvoud van kok
m enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   koks     koksen          
genitief   koks'     koksens          
o enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   koks     kokset          
genitief   koks'     koksets          

Zelfstandig naamwoord

koks

  1. cokes
Hyperoniemen
  • brændsel
  • brændstof
Afgeleide begrippen
  • afkokse
  • kokse
  • koksgrå
Typische woordcombinaties
  • kul og koks
kolen en cokes
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.