kokken
Nederlands
Woordafbreking
- kok·ken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kokken |
kokte |
gekokt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
kokken
- Er waren weken dat ik meer dan twee keer per dag moest kokken door het hoesten.
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord kokken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kokken' herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen. |
Noors
Woordafbreking
- kok·ken
Naar frequentie | 5235 |
---|
Zelfstandig naamwoord
kokken, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van kokk
Zelfstandig naamwoord
kokken, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van kokke
Nynorsk
Woordafbreking
- kok·ken
Zelfstandig naamwoord
kokken, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van kokk
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.