koekeloeren
Nederlands
Woordafbreking
- koe·ke·loe·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
koekeloeren |
koekeloerde |
gekoekeloerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
koekeloeren
- inergatief aandachtig kijken of bespieden
- Ze zaten in een vogelhut te koekeloeren naar een groepje kanoetstrandlopers.
- gluren
Gangbaarheid
- Het woord koekeloeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'koekeloeren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.