knikker uit

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knik·ker uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitknikkeren

knikker uit

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitknikkeren
    • Ik knikker uit. 
  2. gebiedende wijs van uitknikkeren
    • Knikker uit! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitknikkeren
    • Knikker je uit? 

Gangbaarheid

  • Het woord 'knikker uit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.