klucht

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klucht
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘kort grappig toneelstuk’ voor het eerst aangetroffen in 1528 [1]
  • Komt uit een Zuidoost-Nederlands dialect waar het koppel, troep of kudde betekent. Dit woord is vermoedelijk afgeleid van het 16e-eeuwse kluft, wat menigte betekent. Volgens anderen is het woord ‘klucht’ verwant met ‘klieven’ en betekent het: ‘stuk’).
enkelvoud meervoud
naamwoord klucht kluchten
verkleinwoord kluchtje kluchtjes

Zelfstandig naamwoord

klucht v/m

  1. een kort toneelstukje waarin een komisch geval uit het dagelijks leven wordt behandeld
  2. een groep samenlevende dieren zoals een troep vogels, met name een ouderpaar met broedsel
    • Een klucht patrijzen had zich daar gevestigd. 
  1. een lachwekkend voorval
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord klucht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.