kloek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kloek
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘moedig, flink’ voor het eerst aangetroffen in 1470 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord kloek kloeken
verkleinwoord kloekje kloekjes

Zelfstandig naamwoord

kloek v

  1. hoenderachtig (en dan vooral kip) die kuikens heeft
    • Bij hoenders met pluimen op de poten gaan we deze afknippen om te voorkomen dat bij het verlaten van het nest de kloek de eieren stuk maakt. 
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen kloekkloekerkloekst
verbogen kloekekloekerekloekste
partitief kloekskloekers-

Bijvoeglijk naamwoord

kloek

  1. als iets groter is dan gemiddeld
    • De grote van Dale bestaat uit drie kloeke delen. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord kloek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.