klieren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klie·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van klier met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
klieren
klierde
geklierd
zwak -d volledig

Werkwoord

klieren

  1. inergatief zich onaangenaam gedragen
    • Ma, Michel zit weer te klieren! 

Zelfstandig naamwoord

klieren mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord klier
Hyponiemen
  • montgomery-klieren

Gangbaarheid

  • Het woord klieren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.