kleurenblind

Nederlands

linksonder: hoe een 'rood-kleurenblinde' de foto boven ziet, rechtsonder: hoe een 'groen-kleurenblinde' die ziet
Uitspraak
Woordafbreking
  • kleu·ren·blind
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen kleurenblindkleurenblinderkleurenblindst
verbogen kleurenblindekleurenblinderekleurenblindste
partitief kleurenblindskleurenblinders-

Bijvoeglijk naamwoord

kleurenblind [1]

  1. (medisch) het niet volledig normaal waarnemen van kleuren
    • Rood-groenkleurenblindheid komt het meest voor bij mannen. De geel-blauwekleurenblindheid komt bij mannen en vrouwen evenveel voor.  
  1. (figuurlijk) helemaal niet racistisch zijn
    • Doe niet net of je kleurenblind bent, maar praat met je kinderen over de positie die ze innemen. De enige moeder die dat met haar kind uit het experiment met witte en zwarte pop gedaan had, zag het meisje ook een afwijkend antwoord geven op de vraag welke van de twee poppen de baas was: „Niemand is de baas. Je bent alleen de baas over jezelf.” [2] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • kleurenblindheid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kleurenblind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Hans Beerekamp 19 december 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.