kleed aan

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kleed aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aankleden

kleed aan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankleden
    • Ik kleed aan. 
  2. gebiedende wijs van aankleden
    • Kleed aan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankleden
    • Kleed je aan? 

Gangbaarheid

  • Het woord kleed aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.