kittelaar
Nederlands
Woordafbreking
- kit·te·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kittelaar | kittelaars |
verkleinwoord | kittelaartje | kittelaartjes |
Zelfstandig naamwoord
kittelaar m [2]
- (anatomie) (seksualiteit) uiterst gevoelig gedeelte van het uitwendig geslachtsorgaan van de vrouw dat zich direct boven de vaginaopening bevindt, clitoris
- iemand die kittelt
Gangbaarheid
- Het woord kittelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kittelaar' herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.