kil

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kil    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɪl/
Woordafbreking
  • kil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kil killen
verkleinwoord killetje killetjes

Zelfstandig naamwoord

kil m/v

  1. kreek, smal en diep riviertje, door stromend water diep uitgesleten geul van een rivier of tussen wadden
Synoniemen
Afgeleide begrippen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen kilkillerkilst
verbogen killekillerekilste
partitief kilskillers-

Bijvoeglijk naamwoord

kil

  1. een koud gevoel gevend
  2. zonder het tonen van emoties
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
killen

kil

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van killen
    • Ik kil. 
  2. gebiedende wijs van killen
    • Kil! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van killen
    • Kil je? 

Gangbaarheid

  • Het woord kil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.