kiften

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kif·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘ruzie maken’ voor het eerst aangetroffen in 1918 [1]
  • afgeleid van kijven [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kiften
kiftte
gekift
zwak -t volledig

Werkwoord

kiften [3]

  1. inergatief ruzie maken
    • Als er onderling werd gekift, deed hij liefst alsof hij niks hoorde. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kiften staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
39 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.