kietelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kietelen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkitələ(n)/
Woordafbreking
  • kie·te·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘een kriebeling opwekken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kietelen
kietelde
gekieteld
zwak -d volledig

Werkwoord

kietelen

  1. overgankelijk het prikkelen van gevoelige stukken huid bij anderen door middel van licht aanraken
    • De kleine hersenen reageren fel op de onverwachte impulsen, wanneer iemand gekieteld wordt. 
  1. kietelend aanvoelen
    • Mijn dikke teen kietelt. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • kieteldood, kietelaar, kieteling
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kietelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.