kerkhistorisch

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kerk·his·to·risch
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen kerkhistorisch
verbogen kerkhistorische
partitief kerkhistorisch

Bijvoeglijk naamwoord

kerkhistorisch [1]

  1. betrekking hebbende op de historie, de geschiedenis van de Kerk

Gangbaarheid

  • Het woord 'kerkhistorisch' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.