kelk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kelk
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘drinkbeker’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kelk kelken
verkleinwoord kelkje kelkjes

Zelfstandig naamwoord

kelk m

  1. een soort drinkgerei met een kom op een voet
    • Gebruiken jullie vaak een kelk? 
  1. (biologie) een bloemkelk
    • Pas op dat je de kelk niet beschadigt. 
Hyponiemen
  • alsemkelk, aronskelk, aäronskelk, bijkelk, bloemkelk, honingkelk, hostiekelk, lijdenskelk, miskelk, nierkelk, scheefkelk
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kelk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.