kelk
Nederlands
Woordafbreking
- kelk
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘drinkbeker’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kelk | kelken |
verkleinwoord | kelkje | kelkjes |
Zelfstandig naamwoord
kelk m
- een soort drinkgerei met een kom op een voet
- Gebruiken jullie vaak een kelk?
- (biologie) een bloemkelk
- Pas op dat je de kelk niet beschadigt.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- kelkblaadje, kelkblad, kelkbuis, kelkdoekje, kelkkafje, kelkkapiteel, kelkstandig, kelkvelum, kelkvormig
Gangbaarheid
- Het woord kelk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kelk' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.