kalibreren
Nederlands
Woordafbreking
- ka·li·bre·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘het kaliber vaststellen’ voor het eerst aangetroffen in 1872 [1]
- afgeleid van het Franse calibrer (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kalibreren |
kalibreerde |
gekalibreerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
kalibreren
- overgankelijk van een kaliber voorzien
- overgankelijk een schaalverdeling ijken
- De weegschaal werd nauwkeurig gekalibreerd met behulp van een aantal ijkgewichten.
Gangbaarheid
- Het woord kalibreren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kalibreren' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.