jump

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • jump
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord jump jumps
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

jump m

  1. sprong
Afgeleide begrippen
  • jump-'n-jive, jump-'n-jivemuziek, jump-off, jumpdans, jumpstyle, jumpstylen, jumpsuit

Werkwoord

vervoeging van
jumpen

jump

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jumpen
    • Ik jump. 
  2. gebiedende wijs van jumpen
    • Jump! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jumpen
    • Jump je? 

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord jump staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Engels

Uitspraak
  • Geluid:  jump (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /dʒʌmp/
  • SAMPA: /dZVmp/
vervoeging
onbepaalde wijs to jump
he/she/it jumps
verleden tijd jumped
voltooid
deelwoord
jumped
onvoltooid
deelwoord
jumping
gebiedende wijs jump

Werkwoord

jump

  1. springen, opspringen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.