jengelen
Nederlands
Woordafbreking
- jen·ge·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘dwingend huilen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1528 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
jengelen |
jengelde |
gejengeld |
zwak -d | volledig |
Gangbaarheid
- Het woord jengelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'jengelen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.