jacuzzi
Nederlands
Woordafbreking
- ja·cuz·zi
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘systeem van onderwaterstralen die het lichaam masseren’ voor het eerst aangetroffen in 1992 [1]
- Door merkverwatering generieke aanduiding geworden voor bubbelbaden
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jacuzzi | jacuzzi's |
verkleinwoord |
Gangbaarheid
- Het woord jacuzzi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'jacuzzi' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.